GEEN PODIUM VOOR DESKUNDIGE DIE WATERSNOODRAMP VOORZIET

Overheden en media besteedden in het begin van dit jaar een golf van aandacht aan de Watersnoodramp van 1953.  In die tsunami aan publiciteit ontbrak één deskundige, gepensioneerd Rijkswaterstaatingenieur Jan Willem Boehmer, die al twee jaar waarschuwt dat het drama van toen zich begin 2024 kan herhalen.

Boehmer noemt die dreiging ‘De Vloek van Zee & Maan’. Hij baseert zijn vrees op de eigen berekening dat zich eind februari 2024 dezelfde maans-omstandigheden kunnen voordoen die er zeventig jaar geleden mede de oorzaak van waren dat meer dan achttienhonderd weerloze landgenoten door verdrinking om het leven kwamen.

In tegenstelling tot die andere getuigen en deskundigen die in het kader van de herdenking Watersnoodramp 1953 eerder dit jaar in krant op radio en televisie een podium kregen, werd Jan Willem Boehmer, oud-werknemer van de Deltadienst van Rijkswaterstaat en van onderzoeksinstituut Deltares, uit de publiciteit gehouden. Geen praatprogramma was in zijn verhaal geïnteresseerd.

De waarschuwing voor een nieuwe watersnood is ruim twee jaar geleden in de vorm van een bescheiden boekje op eigen kosten van Boehmer in een kleine oplage verschenen. Schrijver dezes kan als geen ander vertellen op welke bijzondere manier ‘De Vloek van Zee & Maan en Jan Willem Boehmer’ tot stand kwam. Ik ben er namelijk de auteur van. Niet uit vrije wil. Het is mij opgedrongen. Dat vraagt om enige uitleg.

Het was een zomerse dag dat Jan Willem Boehmer mij naar het station lokte van mijn woonplaats Breda. Hij meldde telefonisch daar binnen het uur te zijn om even bij te praten. Ik stapte op de fiets en was benieuwd wat deze oude relatie als nieuwsbron uit de tijd dat ik nog verslaggever was bij De Telegraaf (1975 – 2014) mij zou hebben te vertellen.

In de stationshal zag ik de toen 77-jarige Boehmer (nu bijna 80) zwaar bepakt en bezakt komen aanlopen. Ik vermoedde dat de oud-Rijkswaterstaat ingenieur, gezien zijn uitrusting, een tussenstop in Breda maakte, na een korte dan wel langere vakantiereis met de trein. Bijzonder dat hij die moeite nam.

Jan Willem reikte mij de hand en maakte met één zin een eind aan de veronderstellingen: “Ik kom speciaal voor jou. Jij gaat een boek over mij schrijven. Ik heb daarvoor alle benodigde informatie bij mij.”

Boehmer zette als bewijs een koffer, een laptop en twee tassen op de grond. Ook om even op adem te komen.

“We gaan zo ook nog langs de bank. Dat boek zal je ongeveer een maand werk kosten. Ik betaal vooraf vijfduizend euro.”

“Jan Willem, dat gaan we niet doen. Ik hoefde er niet eens over na te denken. Als ik vijf mille van jou aanneem, ben ik een slaafgemaakte en daar pas ik voor.”

Boehmer bleek niet te stoppen.

“Wat gebeurde er precies bij de watersnoodramp van 1953 en welk gevaar is er op een herhaling?” Hij schoof al zijn paperassen naar mij toe. Hier staat het allemaal in. Aan het werk, man. De Zeeuwen hebben eindelijk recht te weten wat er is gebeurd.”

De manier waarop de gepensioneerd-ingenieur mij voor het blok poogde te zetten, kwam niet als een verrassing. Zo is Boehmer nu eenmaal. Dwingend. Tot het onaangename af.

Zijn ingewikkelde gebruiksaanwijzing wordt bepaald door een zekere mate van autisme en doofheid. Ik druk mij voorzichtig uit, baserend op eigen ervaring als mens en geenszins als arts of psycholoog. In beide studies heb ik mij niet verdiept.

Als journalist heb ik tegenover minister-presidenten en moordenaars gezeten. Oriënteer je goed wie en vooral hoe ze zijn. De toenmalige Duitse bondskanselier Gerhard Schröder benaderde ik als correspondent in Berlijn heel anders dan Slobodan Mitric die op 25 december 1973 in Amsterdam drie Joegoslavische landgenoten doodschoot. Ook hij dwong mij een boek te schrijven. (Geheimagent van Tito, maar dat is een ander verhaal).

De handicaps van Jan Willem Boehmer zijn er naar mijn overtuiging deels debet aan dat de gepensioneerd ingenieur niet de favoriete gesprekspartner is van vakgenoten, overheid en media. Dat komt echter niet alleen door zijn dwingende karakter. Oud-collega’s, autoriteiten en zich aan hen conformerende media gaan om nog een andere reden voorbij aan Boehmers waarschuwing voor een nieuwe watersnood, mogelijk begin volgend jaar al.

De voormalige werknemer van de Deltadienst van Rijkswaterstaat, die daardoor ook verantwoordelijkheid droeg voor de aanleg van de Deltawerken, heeft zich bij zijn pensionering afgevraagd: hebben wij, heb ík, het wel goed gedaan?

Om een antwoord te krijgen op die vraag is Boehmer zich gaan verdiepen in de omstandigheden die in 1953 en ook eeuwen daarvoor al, vanaf de Sint Elisabethsvloed (1421), de oorzaak waren van watersnoden.

Boehmers conclusie: ‘het verhogen van dijken voorkomt geen watersnoden’. Hij stelt: ‘hoe hoger de dijk, hoe groter de ramp’. En verbindt daaraan de logische vraag: waarom blijven we de dijken verhogen als dat toch niet helpt?’

Het antwoord laat zich raden: dijkverhoging is één van de verdienmodellen van Rijkswaterstaat. De denkwijze van Boehmer wordt daardoor binnen de overheid gezien als een directe bedreiging van de manier waarop waterstaatkundig Nederland van deze vorm van landbescherming een belangrijk exportproduct heeft gemaakt.

Boehmer ontdekte tijdens zijn historische verkenning een herhaalpatroon in watersnoden. Dat is bijzonder en opent de mogelijkheid preventief te reageren. In het voorwoord van het boekje ‘De Vloek’ schreef hij ruim twee jaar terug dan ook: ‘Om recht te doen aan alle slachtoffers van watersnood en troost te bieden aan de nabestaanden van de grootste ramp: die van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953. In de zekerheid dat wij met deze uitgave de volgende ramp – op 25/26 februari 2024 – wél weten te voorkomen’.

Die zomerse middag fietste ik vanaf het station Breda bepakt en bezakt met alle informatie van Boehmer naar huis. Ik zegde hem toe serieus naar het onderwerp te zullen kijken, maar dat ik de opdracht – zo zag hij het immers – nog niet had aanvaard.

De materie boeide mij. Niet zo verwonderlijk. Ik ben haven- en scheepvaartjournalist geweest en voer menigmaal door stormen over de woelige baren in het kader van een economisch of toeristisch verhaal.

Een paar dagen later stelde ik Boehmer mijn voorwaarden: het boek wordt jouw verantwoordelijkheid, het is immers jouw verhaal, ook al schrijf ik het op.  Het ontbreekt mij aan de tijd om naar journalistieke maatstaven fact-checking te doen. Ik ben immers al bezig ben met een andere klus, het ontrafelen van een moordmysterie in mijn dorp Teteringen. Voor jouw boek heb ik maximaal een week gelegenheid. Die 5000 toegezegde euro’s deel ik door tien als passende beloning. Het is: ‘take it, or leave it’.

Twee weken later rolde er een eerste print van het manuscript ‘De Vloek van Zee & Maan en Jan Willem Boehmer’ uit de printer.

In het verhaal verwoordde ik Boehmers twijfel over de door een overheidscommissie officieel neergelegde oorzaak van de watersnoodramp van 1953. De voormalige Rijkswaterstaatmedewerker gelooft er niets van dat wateroverslag van de dijken een van de aanleidingen van die ramp is geweest. In De Vloek wordt zijn bewering beschreven dat er al mensen verdronken waren voordat het zover was, als gevolg van ‘het watergevaar van onderen’. Dijken zouden door de maanstand met drijfzandeffect als plumpuddingen zijn ingezakt.

Met de eerste print van ‘De Vloek’ togen Jan Willem en ik – onaangekondigd - naar Rijkswaterstaat in Den Haag. Boehmer legitimeerde zich als oud-medewerker. Hij verzocht aan de baliemedewerker ons werkstuk aan iemand van de hoofddirectie te mogen aanbieden. Het duurde een halfuur, een uur en vervolgens nog een klein kwartier voordat een secretaresse de moeite nam om ons kort te woord te staan.

Er was geen enkele uiting van enthousiasme of een bescheiden vorm van beleefdheid om Boehmer en mij als zijn begeleider voor een enkel moment toe te laten tot het heiligdom van de hoofddirectie. Het manuscript werd koeltjes in ontvangst genomen met de toezegging dat ook het begeleidende briefje waarin Boehmer vroeg om dit verontrustende werkje middels een printuitgave bekend te maken aan het Nederlandse volk bij de daarvoor bestemde afdeling terecht zou komen.

We hebben er nooit meer iets van gehoord. Boehmer niet. Ik ook niet.

Rijkswaterstaat neemt met deze hooghartige opstelling een grote verantwoordelijkheid. Het is niet gezegd dat Jan Willem Boehmer gelijk heeft. God moge verhoeden dat het over tien maanden niet weer gruwelijk misgaat aan onze kust. Stel dat het watersnooddrama zich begin 2024 toch herhaalt. Alleen de gedachte al, doet huiveren.

Rijkswaterstaat, de benaderde media, zoals uiteraard de Provinciale Zeeuwse Courant en vakgenoten van Boehmer hadden met de hun ter beschikking staande technieken en controlemechanismen - denk alleen maar even aan de inzet van kunstmatige intelligentie - in een paar dagen of weken tijd kunnen achterhalen of de beweringen van de oud-Rijkswaterstaat en Deltares-medewerker, serieus moesten worden genomen of niet. Ze hebben het nagelaten.

Alleen omdat Boehmer, een lastig bevonden man bovendien, niet in hun denkpatroon past, werd en wordt hem een podium voor zijn verhaal onthouden. Het lijkt een gesel van deze tijd om tegen-de-stroom-in-roeiers bij voorbaat ‘Kalt zu stellen’, zoals de Duitser dat kernachtig zegt.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers weet er met zijn boek over Stikstof alles van. Wynia’s Week durfde die uitgave aan. Net zoals dit medium indertijd De Vloek publiceerde.

Jan Willem Boehmer viert 29 april zijn tachtigste verjaardag. Hij hoopt met ‘De Vloek van Zee & Maan’ alsnog waterstaatkundig Nederland en de politiek wakker te schudden om een mogelijke herhaling van 1953 te voorkomen.

Of is het daarvoor inmiddels al veel te laat?

(De Vloek van Zee & Maan en Jan Willem Boehmer, auteur Theo Jongedijk, uitgever Woordmagie in Breda, ISBN: 978-90-831112-9-2).

Piet Maandag 24 April 2023 at 12:30 am | | Standaard

Geen reacties

(optioneel veld)
(optioneel veld)
Om geautomatiseerde spam in de reacties te voorkomen, moet u deze simpele vraag beantwoorden.
Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.